Tuesday, August 17, 2010

RAZZIA TE NAARDEN OP 24-10-1944

Posted by Picasa Het driehoekige terrein aan de Lange Bedekte Weg was de
verzamelplaats waar de opgepakte mannen bijeen gedreven werden.
Posted by Picasa Opgepakte mannen worden onder begeleiding van
gewapende moffen afgevoerd.
Posted by Picasa Bevel dat in de nacht voor de razzia werd aangeplakt.
De omgeving was dan al afgegrendeld.

Monday, August 16, 2004

GERMAN RAZZIA'S IN 1944

The German military started in October 1944 a ruhless campain for man-powers. Without warning they lined off whole quarters of towns, seized people in the streets or in the houses and deported them. First the German 'Hermann Goering soldiers' started these raids (razzia's) on 24th October in Hilversum, Bussum and Naarden. In Rotterdam and Schiedam where these raids took place on 10 and 11 November, the amount of people thus deported was estimated at 50.000 and 5.000 respectively.



Het Duitse leger begon in oktober 1944 met een genadeloze jacht op mankracht. Zonder waarschuwing sloten ze hele stadswijken af, grepen mannen op straat of in hun huizen en deporteerden hen. De eerste razzia van Duitse 'Hermann Goering' soldaten begon op de 24e october in Hilversum, Bussum en Naarden. In Rotterdam en Schiedam vonden deze razzia's plaats op 10 en 11 november, het aantal mannen dat werd gedeporteerd was respectievelijk 50.000 en 5.000

Bronnen:
German razzia in Rotterdam on 10 and 11 November 1944.

Rotterdamse onderduiker in Naarden

_____________________________________________________________________________________

Naarden Donderdag 26 October 1944 (24-10-1944)
Hedenmorgen om 7 uur ging de sirene, ofschoon er geen vliegtuigen te bemerken waren. Later op de morgen bleek wat de sirene bedoelde, n.l. alle mannelijke inwoners van 17 tot 50 jaar moesten zich melden bij de Burgemeester van Wettumweg. (Op de 'Lange Bedekte Weg') Vooraf waren door de hele gemeente plakkaten aangeplakt waarop stond vermeld dat alle mannelijke inwoners van Naarden bij de Arbeidsdienst zouden worden ingelijfd. Tegen een uur of 9 kwamen Duitse soldaten door de straten en onderzochten de huizen of er nog iemand verborgen was. Waar de deur niet werd geopend, sloegen zij die met handgranaten in. Dit gebeurde bij Hilhorst, Kloosterstraat, bij Worp op het Adriaan Dortmanplein, het Evangelisatiegebouw en bij het 'witte huisje' in huur bij Steenbergen. Hier was de slag zo groot, dat aan de overkant een grote spiegelruit kapot sloeg. (bakkersdwinkel van Haagen in de Kloosterstraat) Ook bij Jan Bode aan de Nieuwe Haven werd op deze manier de achterdeur geforceerd, waardoor bij de buren alle ruiten sprongen. Naar verluit zijn ongeveer 400 personen opgepakt, die 's middags om 3 uur op stap moesten naar Amersfoort. allen moesten voorzien zijn van goede schoenen, flink ondergoed, een winterjas of regenjas en voedsel voor een dag. Aan allen werd beloofd f 5,00 per dag, goed eten benevens rookartikelen. Het is bij benadering niet te schatten welke schade door deze actie is ontstaan. Veehouders konden 's morgens hun vee niet melken omdat ze de stad niet uit mochten en hoe of dat nu gered zal worden is alsnog een raadsel. Ook bakkers moesten mede, waardoor bij enkelen het geheele bedrijf stil staat. Waar of zij te werk zullen worden gesteld is nog niet bekend. Er wordt gefluisterd dat zij in de buurt van Amersfoort loopgraven moeten maken. Van personen die er geweest zijn hoorde ik dat zij naar Arnhem zijn gebracht om grondwerk te verrichten. Enkele personen zijn teruggekomen. Ook moeten er op de voettocht naar Amersfoort een 40-tal in het duister zijn ontsnapt.

Naarden Zondag 12 November
Naar ik verneem is er vandaag een trein te Bussum aangekomen waarin 3000 Rotterdammers zaten. Volgens zeggen hebben zij van Rotterdam naar Amsterdam gelopen en zijn daar op de trein gezet. Er wordt beweerd dat zij niets mee mochten nemen. Daar zij hongerig waren is er voor hen in de Majellastichting (R.K. Ziekenhuis te Bussum) en ook in het Diakonessenziekenhuis te Naarden soep gekookt. Ook de Melkfabriek Gooiland heeft wat melk verschaft. In Naarden werd met paard en wagen brood opgehaald voor de ongelukkigen. Waarschijnlijk gaan ze deze nacht verder met de trein, misschien wel naar Duitsland. Er is echter niets van bekend waarheen zij gaan. Latere berichten waren dat zij naae Essen gaan.
Telkens komen er in Naarden nog vluchtelingen aan. Deze dagen kwam nog iemand in het Noodziekenhuis welke het nummer 1047 had, dus er zijn er heel wat in Naarden. (vluchtelingen uit Gennep en Huissen)
_____________
Uit: 'Dagboek van een Naarder 1940-1945' Bewerking : Drs. Mies Langelaar - Uitgave: Stadsarchief Naarden 1995.
____________________________________________________________________________________
Dagboek van Mevr. C. de Gooijer

Mevr. C. (Inie) de Gooijer verbleef, samen met haar zus Mevr. J. (Annie) de Gooijer in de boerderij van haar grootmoeder de Weduwe Klaasje de Gooijer-Krijnen. Deze boerderij ligt op de hoek van de Gansoordstraat en de Pijlstraat.
Naarden Dinsdag 24-10-1944

Al vroeg wakker. Annie zegt ik wou dat we er uit (uit bed) konden, maar het is toch te donker om wat te doen. Om half zeven 's morgens erg rumoerig op straat. Annie gaat kijken, komt weer terug, want er staat een iemand (Duitse soldaat) op de hoek. Horen weer mensen praten. Mannen van 17 tot 50 jaar aanmelden. (stond op aanplakbiljetten) Annie ging het gauw bij tante Annie (de Gooijer-Ikking) en ome Jan (de Gooijer) zeggen. ( dit gezin met kleine kinderen woonde in de Pijlstraat) Tante Annie kwam bij opoe. (Klaasje de Gooijer-Krijnen) Ik stond klaar om naar de kerk te gaan, maar tante annie zei "ga maar met mij mee". De meeste mannen wilden onderduiken, maar ze maakten elkaar bang en zo zijn er maar weinigen die zich niet gemeld hebben.
Oom Jan (de Gooijer) had gewoon zijn klompen en oude broek aangedaan en dacht : "misschien hoeft een boer niet". Maar even later kwam Dien de Groot (oudste dochter van Dik de Groot van de groentewinkel in de Peperstraat) zeggen dat tante Annie een deken, pannetje, lepel en vork enz moest brengen. (naar de Lange Bedekte Weg) Toen kwam tante Annie weer terug, ze was de helft vergeten, scheergerei, kam.
[ Er ging aan vooraf]
Er stond een mof voor de voor en aan de achterkant.
Ome Jan durfde het huis niet uit. Toen was er luchtalarm, iedereen ging de straat op en ome Jan stapte de straat op of er niets aan de hand was, naar opoe toe. [In de hooiklamp hadden de ooms een onderduikplaats gemaakt. Oom Jan werd direct in de Pijlstraat aangehouden door een Duitse soldaat]

Naarden, woensdag 25-09-1944
Allen praten nog over gisteren. Iedereen heeft spijt dat de mannen gegaan zijn.

Naarden, donderdag 26-09-1944

Veel vrouwen naar Amersfoort. 's Avonds vijf uur terug, geen goede berichten. Huilende vrouwen daar de mannen niet meer in Amersfoort zijn.

Naarden, donderdag 27-09-1944Huiszoeking voor kledingstukken. Bij ons zijn ze niet geweest.


____________________________________________________________________________________

De heer Fransen uit Naarden werd ook slachtoffer van de razzia. Hij schreef een verslag over de 10 dagen die hij als arbeidslaaf moest ondergaan.

Dinsdag 24 October Razzia te Naarden
500 Naarders werden afgevoerd.

's Nachts 4 uur werden de wegen, die buiten de Vesting Naarden leiden, afgezet en was de Vesting een muizenval geworden. Een ieder die zich op straat gegaf werd meteen naar de Bedekte Weg gevoerd. Aanplakbiljetten vermelden dat alle mannelijke inwoners van 17 tot 50 jaar zich op de Bedekte Weg moesten melden voor tewerkstelling elders.
Vergoedinf 5 gulden per dag + sigaretten en goede huisvesting. Enkele personen ontvingen een vrijstelling, zoals enige bakkers-slagers, melkboeren en dergelijke, doch 90 % werd vastgehouden. De aanmelding verliep niet erg vlot gezien het feit dat 3 tot 5 soldaten iedere woning binnendrongen. Waar niet werd opengedaan, waren zij erg royaal met handgranaten. Eindelijk 's Middags 1 uur was alles geregeld.
Vrouwen en kinderen die den gehelen morgen huilend heen en weer hadden gedraafd moesten zich verwijderen, en kwart over een zette de stoet zich in beweging. Route Beatrixbrug over, naar Rijksweg, op Amersfoort aan. Enkele keren werd er gerust onderweg en dan kwamen de omliggende bewoners met emmers water. Anderen deelden appelen, lucifers en dergelijke artikelen uit. Het medeleven met ons was uit alle lagen van de bevolking groot. Na een extra drie kwartier omlopen, bereikten wij ca. half tien het concentratie-kamp Amersfoort alwaar wij moesten overnachten. Eten werd niet verstrekt. Uitgeput van de lange mars strekten wij onze moede ledematen uit. Voor enkele die niet konden meekomen op deze lange mars, waren onderweg fietsen gevorderd op den openbare weg, welke ook in het kamp werden gebracht.
Het viel ons op, dat in de provincie Utrecht nog electrisch licht aanwezig was, wat wij in het Gooi, reeds misten. Al met al echter, geen verheugend lichtpunt.

Woensdag 25 October

De gehele dag verbleven wij in het kamp, gevangen achter gaas en prikkeldraad. Ook waren wij in de gelegenheid alle ellende te leren kennen hetwelk het kamp inhield.
Wij hadden gsprekken met zwarte handelaren, zowel als met politieke gevangenen. Hoeveel zuchten tranen en vloeken zullen hier geboren zijn. Hoeveel gesnik is er niet gesmoord door die vervloekte beulshonden, in dienst van het Germanisme, gepleegd door hen die zich nog Nederlanders durven te noemen, doch in wezen niets anders zijn dan het schuim der Natie, gebrandmerkt met het Kains-teken op hun voorhoofd.
Ik zag daar jongens ca. 20 jaar, mannen van bij de 80 en knoopte een gesprek aan met een pastoor, ook een politiek gevangene, die mij vertelde dat een zijner bewakers een zijner vroegere leerlingen was, doch dat de rollen nu omgekeerd waren en hij thans de leerling was van zijn eigen leerling. Maar kwam een der bewakers nabij, dan grepen zij de eerste de beste in de kraag en moest hij hout zagen.
Zodoende bleef alles zoveel mogelijk binnen de barakken. 's Middags 4 uur werd er door bemiddeling van het Rooden-Kruis warm eten verstrekt, het eerste wat wij sinds Dinsdagmorgen ontvingen. Wel waren wij in de gelegenheid in het concentratiekamp appelenm te kopen.
Tegen 7 uur werd er medegedeeld dat 8 uur alles in de kooi moest wezen. Doch nauwelijks was iedereen ter ruste en alles donker of kwart over 8 klonk het commando: "Gereedmaken voor afmars" en half 9 bevond de stoet zich weder op weg naar het Stationsgebouw te Amersfoort alwaar wij om 9 uur aankwamen. De indrukken van het concentratiekamp waren nog niet verwerkt. Wij waren alleen daar heen gebracht om ons moreel te knakken. Het werd 10 uur - 12 uur - 2 uur en wij hielden stand, tegen slaap, tegen honger en tegen moeheid. Eindelijk tegen 5 uur arriveerde de trein, in welke wij bijeen werden gedreven en ca. 6 uur vertrok hij met onbekende bestemming.

Donderdag 26 October 1944

De trein rolt door Nederland. Onbekende bestemming. Een ieder was vol sombere voorgevolens. Wij passeren Stroe, Assel en houden halt te Apeldoorn, waar wij in de gelegenheid waren nog post, welke in de trein geschreven was, aan burgers toe te vertrouwen. De trein rolt verder - Waarheen?
Beekbergen, Loenen, Soeren. Ik had een spoorwegkaart bij mij, welke iedere minuut werd geraadpleegd. Station Dieren-Doesburg. Wat nu? Goddank de trein zwenkt naar rechts. Wij blijven in Holland. En om half 11 arriveren wij te Arnhem. Hadden we onderweg reeds enigszins der verschrikking van den oorlog leren kennen, thans nu wij Arnhem betreden staat de oorlog in naakte werkelijkheid voor ons.
Schoon Arnhem. Parel van Gelderland. Groot was Uw schoonheid. Groot is ook Uw verwoesting Uw Leed en Smart. Weinigen zullen zo geleden hebben als U. Een offer, noodeloos gebracht in dezen waanzin waarin wij leven. Maar fier en trots moogt gij wezen op Uw zonen, want bij hen bleef de vaderlandsliefde, en uit gesprekken welke wij met achtergebleven Arnhemmers hadden, welke nog op Oosterbeek en Schaarbergen vertoefden, sprak diepe bewondering en vertrouwen voor de Tommies. Wij marcheerden door Arnhems straten. Iedere straat nieuwe indrukken. Wij komen in het Diac.-Ziekenhuis aan. Een ander gedeelte was naar Vredenhof op den Velperweg overgebracht.
Maar Bussummers en Naarders waren wij resaam ca. 1000 man. Er verbleven reeds 350 Fransen en ca. 150 Italianen, zodat het ziekenhuis ongeveer 1500 bewoners kreeg. Alles sliep in stroo, los op de vloer uitgeschud. Ik kreeg met mijn buren Maurits en Hilhorst en meerdere Naarders en Bussummers een plaatje in de Kapel van het gebouw. Het gebouw zelf is aan de voorkant door een blindganger getroffen welke een groot gat in het dak sloeg.
Ziekenhuis of Varkenstal?
Geen licht, geen water, W.C. verstopt.
Om 7 uur in de avond kregen wij brood, waarna wij ons ter ruste begaven.



_____________________________________________________________________________________


Opmerking F.J.J. de Gooijer:
Als 11 jarige jongen heb ik gezien hoe een afdeling van de beruchte Hermann Goering troepen via de 'Doorbraak' de Vesting binnen marcheerde. Het was de eerste keer dat ik jonge Duitse frontsoldaten zag. Tussen hun koppels en in hun laarzen staken steelhandgranaten. Jaren later kwam ik er achter, dat het niet bepaald lievertjes waren. Deze soldaten behoorden tot de eenheid die had huisgehouden op zondag 1 oktober in het dorp Putten. Mogelijk waren het dezelfde beulsknechten, die nog geen maand te voren de mannelijke bewoners van Putten wegvoerden. Bijna al deze mannen vonden in Duitsland de dood, terwijl zij de bezetter geen strobreed in de weg hadden gelegd.
_____________________________________________________________________________________
Opstel van Frans de Gooijer uit 1949. Geschreven in de derde (hoogste) klas van de MULO.

SPANNENDE DAGEN.
Ja, het waren spannende dagen, die oorlogsdagen. Als men 's avonds slapen ging, wist men niet of men de volgende ochtend nog zou ontwaken en al was dit zo, dan nog kon er overdag van alles gebeuren.
Vooral op het einde van de bezetting hielden de Duitsers erg huis. Razzia's waren toen aan de orde van de dag. Ook in ons stadje Naarden werd een razzia gehouden. 's Morgens vroeg ging mijn vader zoals gewoonlijk melken. Zijn weiland lag buitende vestingstad. Daar wij in de Vesting woonden, reed hij over een van de weinige toegangswegen van de Vesting naar zijn land. Bij de uitgang van de stad bemerkte hij enige wachtposten, maar daar lette hij weinig op, die waren er wel meer. Op het weiland aangekomen deed hij zijn dagelijks werk en keerrdfe dan naar huis terug. Dit was ongeveer twee uur later. De dienaren van het "DUIZENDJARIG RIJK", hadden in die tussentijd alle toegangswegen naar de vestingstad afgezet. Mijn vader, die boven de leeftijdsgrens van de razzia viel, lieten ze door. Enige jongemannen, die Naarden in of uit hadden willen gaan, waren bij elkaar gedreven. De mensen in de stad, die op aanplakbiljetten de razzia zagen afgekondigd, werden bevreesd. Er stond op, dat alle mannen tussen zeventien en vijfenveertig jaar zich naar een bepaald punt moesten begeven. Velen deden dit, terwijl anderen een schuilplaats opzochten. Ons erf bood hiervoor gelegenheid te over. Al gauw was dit aan enkelen bekend en dezen zochten dan ook daar een schuilplaats. In allerijl werden er primitieve schuilplaatsen in elkaar gezet. Intussen rukten van alle kanten "Hermann Goeringtroepen" Naarden binnen. Zij waren goed uitgerust en tot de tanden bewapend. Al gauw deden er geruchten de ronde dat deze moffen erg huis hielden en weldra hoorden ook de moede4rs en vrouwen van de onderduikers dit. Huilend smeekten zij hen, zich te melden. De meesten gaven hieraan gehoor en verlieten hun schuilhoeken. Ook bij ons op het erf verlieten de mannen en jongens hun schuilplaatsen en gingen zich melden. Een van hen is nooit teruggekomen en is in Arnhem gestorven, waar hij heengezonden was.
Bij mijn grootmoeder had een neef van mij zich in het hooi verstopt. De Duitsers kwamen en dreigden in het hooi te zullen schieten, in de veronderstelling dat mijn grootmoeder dan een eventuele schuilplaats zou wijzen. Doch ondanks haar ouderdom wist zij haar kalmte te bewaren en zei dat zij ditr maar moesten doen. De Duitsers deden het niet en gingen verder.
Ondertussen hadden de mannen zich op de hier voor aangewezen plek verzameld. Ze moesten daar tot de middag wachten. Tenslotte vertrokken zij te voet in de richting van Amersfoort, uitgeleide gedaan door moeder, vrouw en kinderen. Niemand wist of men ze nog ooit terug zou zien.
___________________

Onder het opstel schreef mijn leraar: "Vertel wat je zelf beleefd hebt". Zijn waardering was een 6 min. (Het hele gebeuren had ik als 11 jarige jongen mee gemaakt - de schrijfstijl was in die periode gebruikelijk)


_______________________________________________________
Literatuur:

1. In het septembernummer (2004) van Het Historisch Tijdschrift voor Naarden
".DE OMROEPER. " (pagina 106-116) staat een artikel van de heer
". J. Kroonenburg. " met de titel
"DE RAZZIA IN NAARDEN VAN OKTOBER 1944"
De heer " J. Kroonenburg " werd 24-10-1944 samen met veel mannelijke Naarders tijdens deze razzia 'opgepakt' en naar het ontvolkte Arnhem 'getransporteerd'.
2. ''Arnhem 44/45 " door P.R.A. van Iddekinge. (Arnhem, Gauda Quint 1981)
Hoofdstukken: Evacuatie, plundering, bevrijding, terugkeer.
(plundering door o.a. opgepakte Naarders en Bussummers)
________________________________________________________

Toevoeging :
Brief Bert Post uit Canada

             
Je had gevraagd of ik nog iets wist van de razzia in October 1944. (1)
Ik kan niet zeker zijn van de datum. En misschien is mijn ervaring niet
dezelfde als degene die jij noemt. Maar de herinneringen die ik je hier
vertel zijn me klaar.
________________________________________________________
Ik heb begonnen het in het Engels te schrijven. Het Nederlands komt later
als mijn Nederlands weer meer vloeiend is. Ik heb het soms hier in Canada
verteld, als men geïnteresseerd was. Men heeft niet het geringste idee wat
bezetting betekent; bezetting met honger, en geweld, en verhalen van geweld.
Of mijn herinneringen van mijn ervaring veranderd zijn over de jaren, kan ik
natuurlijk niet oordelen. Maar als in deze vertelling mijn herinneringen
vaag zijn, zal ik het zeggen.
------------------------------------
Het najaar, als de makke kastanjes van de bomen vallen was voor ons tijd
voor onze eigen "razzia." (2) Dat was belangrijk, omdat makke kastanjes niet
allen "snoepgoed" zijn maar ook als goede voeding dienen. Herman Vrakking  (3)
uit de vesting, was met ons. Nico Wijffelman was in mijn klas. Hij woonde
vlak bij mijn huis,op een zijstraat van de B. v. Rooijenstraat op de
Schapenmeent. En de vierde was Jan de Groot, maar ik weet niet zeker of hij
bij ons was die dag.

"Die dag."  Het was misschien 4 uur in de morgen, en wij hadden verzameld
bij Jan Vrakking's huis. We liepen naar de Utrechtse poort toe, om de
vesting te verlaten in de richting van onze bestemming; en de makke
kastanjes. (4)  Maar net in de Utrechtse Poort kwamen we een partij soldaten
tegemoet, die ons bevolen terug te keren. Het was nog donker.

Het was niet nodig om ons dit tweemaal te zeggen. Wij keerden om en dachten
dat de Duitsers waarschijnlijk een razzia van plan waren. Herman zou al zijn
buren waarschuwen. Hij woonde op een straat die parallel loopt met de
Turfpoort straat (5) , niet ver van Hartong's kruidenier's winkel (6) . Na die
waarschuwingen, zou hij dan door de Amsterdamse Poort naar de Schapenmeent
komen om zich weer bij ons te voegen. Nico, Jan, en ik zouden dan onze buren
waarschuwen en hen vragen om zoveel mogelijk meer buren te waarschuwen.

Toen we weer samen kwamen, gingen we te voet naar een Tante van Herman die
in een gebied van weiden woonde (6). Er is geen akkerbouw daar, alleen maar
grasland. Ik ben de naam van die plaats vergeten. Ik kan me nog wel
herinneren aan tafel te zitten bij die familie: Er was een vrij groot aantal
mensen voor een woonkamer. 's Avonds gingen we met enige jonge mannen naar
een weide waar een schuurtje stond; eigenlijk een  hok waar schapen,
varkens, of kalveren konden schuilen in slecht weer. Er was veel stro en we
konden wel slapen. Men had ons gezegd, dat we daar hoogstwaarschijnlijk
veilig zouden zijn van een Duitse razzia. Maar in de nacht kwamen er nog 
twee mensen bij ie op de loop waren. Het was een angstig moment.
Fluisterende verwijten: "Je maakt het voor ons gevaarlijk." Ik kan me nog
zien: op handen en voeten aan de kant, tegen de muur; klaar om te rennen als
er maar een opening was.

Ik ben nooit naar Herman's tante teruggekeerd. Of naar het schapenhok. Ik
kan me niet meer herinneren hoe we naar huis zijn gelopen. En ik kan me niet
meer herinneren wat er thuis gebeurd is gedurende mijn afwezigheid. Want ik
had mijn eigen avontuur. Ik kan me wel herinneren dat de mensen zeiden dat de
Duitsers de Schapenmeent hadden bezocht als een nagedachte. Zij waren eerst
niet gewaar dat hier nog een grote buurt was. Misschien is dat de reden dat
er maar zo weinig "Schapenmeenters" waren gevangen, Misschien waren onze
waarschuwingen daar de reden voor. In latere jaren heb ik gehoopt dat mijn
aandeel in die onderneming nuttig is geweest en, wie weet, misschien levens
gered heeft.

Maar deze ervaring, en zo vele oorlogsverhalen die ik gehoord had gedurende
de bezetting van '40 tot '45 bij de Duitsers, hebben mij het gevoelen
gegeven dat ik gemakkelijk een gewelddadig mens had kunnen worden. Ik geloof
dat dat mijn natuur niet is; ik wou nooit vechten als een jongen, zie je.
Met dat avontuur was ik 15. Een geleidelijke blootstelling aan activiteiten
bij de ondergrond, gecombineerd met mijn misschien over-ontwikkelde zin van
recht, konden wel de nodige ingrediënten geweest zijn voor een andere afloop
voor mij. Gelukkig is dat niet gebeurd.

===================================================


translate.google.com in English

F.J.J. de Gooijer

Het Parool Nov. 1944 Razzia in Rotterdam

HISTORIE VAN HET GOOI, GOOIERS EN ERFGOOIERS 
Startpagina: http://gooijer.nl.jouwpagina.nl

Gebruiker PARADIJSJE is dezelfde persoon als GOOILANDER 

Labels: